Hypotheekrente stabiliseert

Huis verkocht

In de maand augustus zijn de verhogingen van de hypotheekrentes tot stilstand gekomen, zo meldt MoneyView. In de eerste twee weken van augustus werd van acht producten de rente nog verhoogd. In dezelfde periode werd van twee producten de rente zowel verhoogd als weer verlaagd en van elf producten werd de rente verlaagd. In de tweede helft van augustus volgden enkel verlagingen.

 

Hypotheekrente stabiliseert

Dit lijkt volgens MoneyView het gevolg te zijn geweest van de ontwikkelingen van de 10-jaars kapitaalmarktrente. “Op 1 augustus stond deze op 0,62%, om op 31 augustus te eindigen op 0,47%, een verlaging van 0,15%. Deze eindstand is bijna gelijk aan de stand per 27 juni, toen het tarief op 0,45% stond. In juli liep de 10-jaars kapitaalmarktrente op en zagen we de hypotheekrente over de gehele linie stijgen. Vanaf de tweede week van augustus is er dus weer een dalende trend, die de 10-jaars kapitaalmarktrente lijkt te volgen.”

 

Tarieven grootbanken

Van de grootbanken pasten ABN Amro, ING en Rabobank de tarieven in augustus één keer aan. ABN Amro verlaagde het 12-, 15-, 17- en 20-jaars tarief met 0,06% tot 0,12%. ING verlaagde het 15- en 20-jaars tarief met 0,10% Rabobank verlaagde het 12-, 13-, 14-, 15-, 20-, 25- en 30-jaars tarief met 0,10%. SNS wijzigde niet een keer de tarieven in augustus.

 

Rente NHG

In de laatste week van augustus bedroeg de laagste rente voor een 10-jaars annuïteitenhypotheek met NHG 1,65%. Het betreft het tarief van Triodos voor woningen met energielabel A. Direct daarop volgt de Rabobank Basis Hypotheek met 1,75%. Het laagste NHG-tarief 10 jaar vast is 0,06% hoger dan het laagste tarief in juli. Toen bedroeg het laagste tarief voor 10 jaar NHG 1,59% en was verkrijgbaar bij ING. De annuïteitenhypotheek van Nationale-Nederlanden kende nog altijd het hoogste 10-jaars annuïtaire NHG-tarief, namelijk 2,30%. Het gemiddelde 10-jaars annuïtaire NHG-tarief bedroeg in de laatste week van augustus 2,00%. Daarmee eindigde het tarief exact gelijk met het gemiddelde 10-jaars NHG in de voorafgaande maand juli.

 

De Hypotheekshop sprak onlangs de verwachting uit dat de hypotheekrente dit najaar weer verder omlaag gaat. De lage rente is vooral te danken aan het beleid dat de Europese Centrale Bank (ECB) al een paar jaar voert om de economie en inflatie de eurozone te stimuleren.Huis verkocht

 

‘Medewerkers pr-bureau BKR zitten bemiddelaar Dynamiet dwars met schimmige site’

Vraagteken

Dynamiet Nederland en medewerkers van LVB Networks, dat de pr verzorgt voor het Bureau Krediet Registratie (BKR), ruziën over de domeinnaam dynamiet.nl. Die site waarschuwde voor “dure bemiddelaars” zoals Dynamiet, dat mensen helpt van kredietregistraties af te komen. Het BKR ligt met Dynamiet in de clinch. De LVB-medewerkers beheerden de website naar eigen zeggen op persoonlijke titel. Dat blijkt uit een onderzoek van NRC Handelsblad.

 

‘Medewerkers pr-bureau BKR zitten bemiddelaar Dynamiet dwars met schimmige site’

Dynamiet Nederland helpt mensen om van hun onterechte of oude BKR-registratie af te komen. Door het strenge registratiebeleid van de BKR kunnen sommige mensen geen hypotheek krijgen, ook al is hun schuld al jaren afgelost. Zelfs een oude achterstallige betaling bij H&M kan ertoe leiden dat huizenkopers bot vangen bij een hypotheekaanvraag.

 

Verontruste Particulieren

BKR vindt de werkwijze van Dynamiet niet prettig, en maakte de regels om kredietregistraties te verwijderen strenger. De bemiddelaar kreeg afgelopen maanden echter ook tegenwerking uit schimmiger hoek, schrijft NRC Handelsblad. Vanaf de domeinnaam dynamiet.nl waarschuwde een groep die zich ‘Verontruste Particulieren’ noemde tegen bemiddelaars als Dynamiet. De site verschijnt bovenaan in Google als je zoekt op ‘bkr verwijder’ of ‘dynamiet bkr’, aldus de krant. De website van Dynamiet Nederland zelf is dynamietnederland.nl en was door deze concurrent lastiger te vinden.

 

Privé-initiatief

De domeinnaam was geregistreerd onder een dekmantel op een vals adres en met fictief telefoonnummer, maar NRC achterhaalde dat achter dynamiet.nl Mark Boeijen en Richard van Berkel, twee directeuren van LVB Networks uit Amersfoort, schuilgingen. En LVB is het pr-bureau dat werkt in opdracht van BKR. Van Berkel zegt tegen de krant dat BKR niets te maken heeft met de site. Dynamiet.nl zou een initiatief zijn van mensen “die vanuit hun vrijwilligerswerk of achtergrond betrokken zijn bij de schuldhulpverlening”.

 

De krant noemt het opvallend dat Van Berkel de site als een privé-initiatief beschouwt. Er zou veel geld in gestoken zijn. Eerst om de domeinnaam te kunnen registreren, daarna om hoog in de lijst met Google-advertenties te komen. Dynamiet Nederland betaalde circa €10.000 per maand aan Google. Volgens NRC is het “aannemelijk dat de Verontruste Particulieren minimaal een vergelijkbaar bedrag of zelfs meer dan Dynamiet spendeerden”.

 

Rechtszaak

Op dit moment verwijst de website dynamiet.nl overigens door naar Dynamiet Nederland. De beheerder van Nederlandse domeinnamen SDIN heeft afgelopen weekend de site uit de lucht gehaald. De World Intellectual Property Organization oordeelde namelijk in juli al dat de ‘Verontruste Particulieren’ de “verwarringwekkende” site moesten overdragen aan Dynamiet Nederland. Ze zouden de activiteiten van de bemiddelaar verstoren. In september dient in Den Haag een rechtszaak waarin Van Berkel en de andere ‘verontruste particulieren’ hun domeinnaam terugeisen.

Prijsstijging woningmarkt vlakt iets af

Huis verkocht

Bestaande koopwoningen waren in juli 7,6 % duurder dan in juli 2016. De stijging is wat minder groot dan in de voorgaande twee maanden. Dit blijkt uit het onderzoek naar de prijsontwikkeling van bestaande particuliere koopwoningen in Nederland van het CBS en het Kadaster.

Prijsstijging woningmarkt vlakt iets af

Sinds juni 2013 is sprake van een stijgende trend van de huizenprijzen. In augustus 2008 bereikten de woningprijzen een piek. Vervolgens daalden de prijzen tot een dieptepunt in juni 2013. Sindsdien stijgen de prijzen weer.

6,1%  lager dan piek

Ten opzichte van de piek is het prijsniveau nog 6,1% lager. Vergeleken met het dal zijn de prijzen gemiddeld 19,5% hoger. Het gemiddelde prijsniveau van bestaande koopwoningen is in juli 2017 ongeveer even hoog als in januari 2007.

Meer woningen verkocht

Het Kadaster maakte afgelopen donderdag bekend dat het in juli 19.979 verkochte woningen registreerde. In het eerste 7 maanden van 2017 zijn 134.260 huizen verkocht. Dat is bijna een vijfde meer dan in dezelfde periode van 2016.

Radar: Tweedehands smartphone biedt minder zekerheid

Radar logo

Een zogeheten refurbished smartphone biedt in tegenstelling tot een nieuwe mobiele telefoon geen garantie dat het om deugdelijk toestel gaat. Dit schrijft het televisieprogramma Radar op haar website. Recent oordeelde Kifid nog dat een verzekeraar een ‘tweedehands’ toestel mag aanbieden ter vervanging van een beschadigde smartphone.

 

Radar: Tweedehands smartphone biedt minder zekerheid

In het artikel wijst Radar erop dat de markt voor refurbished telefoons, gebruikte toestellen die weer als nieuw zijn gemaakt, enorm is gegroeid. In 2015 werden er wereldwijd 81 miljoen gerenoveerde telefoons verkocht. Naar verwachting is dit in 2020 opgelopen tot 223 miljoen.

 

Beschadigde accu

En daar zijn volgens het televisieprogramma risico’s aan verbonden voor de consument die zo’n toestel krijgt aangeboden. “Als je een nieuwe telefoon koopt, kun je er van uit gaan dat het om een kwalitatief goed product gaat. En anders kun je altijd nog terugvallen op de garantie. Bij een refurbished telefoon heb je deze zekerheid niet altijd. De telefoon die jij overneemt kan een toestel zijn dat na aanschaf retour is gestuurd, maar het kan ook gaan om een telefoon dat al een langere tijd intensief is gebruikt. (…) Een smarthpone die er mooi uitziet kan bijvoorbeeld een beschadigde accu hebben.”

 

Vervangingswaarde geldt

Ook verzekeraars van smarthpones bieden refurbished telefoons aan ter vervanging van beschadigde toestellen. Een klant die hier onlangs tegen in verweer kwam bij Kifid kreeg nul op rekest van het klachteninstituut. De commissie wees erop dat een toestelverzekering een schadeverzekering is waarbij de vervangingswaarde geldt tenzij anders vermeld in de verzekeringsovereenkomst’. Het vervangende apparaat moet naar staat en eigendom gelijkwaardig zijn; dat hoeft dus geen nieuw toestel te zijn.

Eerste publicatie door Robert Paling op 11 aug 2017

Ministerie gaat €400 miljoen tekort zorgverzekeringsfonds onderzoeken

vergrootglas

Over de hoogte van de premies van zorgverzekeringen is in november pas met zekerheid iets te zeggen en de premies voor volgend jaar staan nog niet vast. Dat benadrukken het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland in reactie op de bewering van verzekeraar DSW dat de premie volgend jaar met gemiddeld 30 euro per jaar omhoog gaat. Het ministerie van VWS heeft vandaag laten weten uit te gaan zoeken waar het bedrag van 400 miljoen op is gebaseerd.

 

Ministerie gaat €400 miljoen tekort zorgverzekeringsfonds onderzoeken

Topman Chris Oomen van DSW stelde vanochtend op Radio 1 dat de zorgpremies toenemen onder druk van een onverwachte tegenvaller van €400 miljoen aan inkomsten uit het zorgverzekeringsfonds.

 

Het ministerie van VWS heeft vandaag laten weten uit te gaan zoeken waar het bedrag van 400 miljoen op is gebaseerd en benadrukt dat de premies pas eind november worden vastgesteld. Zorgverzekeraars Nederland is bekend met de tegenvaller in het zorgverzekeringsfonds, de branchevereniging spreekt van een verkeerde raming waardoor er dit jaar eenmalig 370 miljoen euro minder in het fonds blijkt te zitten dan eerder ingeschat. “Over het effect daarvan op de premies in 2018 is nog niets zinnigs te zeggen.”

 

Voorbarig

De woordvoerder benadrukt dat de hoogte van de premies wordt bepaald door veel verschillende factoren. “Hoe de plussen en minnen onder de streep uitpakken, is op zijn vroegst pas in september duidelijk.” Ook de Consumentenbond en Patiëntenfederatie Nederland noemen het spreken van een verhoging “voorbarig”.

 

Inkomsten

Zorgverzekeraars krijgen een belangrijk deel van hun inkomsten via het zorgverzekeringsfonds van het Rijk. In die pot komen de zorgpremies die werknemers via hun werkgevers afdragen terecht. Het fonds verdeelt dit geld onder alle zorgverzekeraars in Nederland. De rest van de inkomsten van zorgverzekeraars komt uit de verplicht af te sluiten ziektekostenverzekeringen die alle Nederlanders ieder jaar moeten afsluiten.

Vereniging Eigen Huis: ‘Woningbezitters vinden adviseurs niet te vertrouwen’

vereniging eigen huis

Huizenbezitters- en kopers hebben weinig vertrouwen in bankiers, makelaars, hypotheekadviseurs en verzekeraars. Dat blijkt uit een onderzoek van Vereniging Eigen Huis naar het imago van beroepsgroepen rondom wonen. Slechts 8% vertrouwt zijn hypotheekadviseur. Het vertrouwen in verzekeraars en makelaars ligt nog lager: 6%. Bankiers zitten er met 7% precies tussenin.

 

Vereniging Eigen Huis: ‘Woningbezitters vinden adviseurs niet te vertrouwen’

Daarmee scoren deze beroepsgroepen lager dan bijvoorbeeld politici en autoverkopers (allebei 10%). Alleen bemiddelaars in energiecontracten (5%)  en projectontwikkelaars (4%) doen het nog slechter in de ogen van Nederlanders.

 

Zelfde niveau als 2013

Het vertrouwen in adviseurs en verzekeraars is de afgelopen vier jaar niet gestegen. In 2013 voerde Vereniging Eigen Huis (VEH) ook al een imago-onderzoek uit naar verschillende beroepsgroepen. Ook toen had slechts 8% vertrouwen in hypotheekadviseurs en 6% in verzekeraars. Makelaars stonden er vier jaar geleden nog iets beter op. In 2013 kreeg die beroepsgroep het vertrouwen van 11% van de Nederlanders.

 

Verplegers krijgen meeste vertrouwen

In het imago-onderzoek nam VEH ter vergelijking ook andere beroepsgroepen mee. Verplegers en verpleegsters scoren het hoogst: 85% van de ondervraagden vertrouwt de handen aan het bed. Op plek 2 en 3 staan huisartsen (77%) en basisschoolleraren (71%). Het vertrouwen in notarissen groeide in vier jaar tijd met 9 procentpunten naar 46%.

 

Beroepen die na het kopen van een eigen woning vaak worden ingeschakeld, scoren volgens Eigen Huis stukken beter dan de adviesbranche. De helft van de Nederlanders heeft veel vertrouwen in elektriciens (57%), timmermannen (56%), cv-monteurs (47%), loodgieters (46%) en schilders (46%).

 

VEH ondervroeg voor het onderzoek 666 Nederlanders van 18 jaar en ouder. De resultaten zijn volgens de vereniging representatief voor de Nederlandse bevolking.

 

Eerste publicatie door Paul de Kuyper op 28 jul 2017

Minder dan 40% nieuwe hypotheken gesloten met NHG

huis-hypotheek-puzzel-272x181

Meer dan 6 op de 10 nieuwe hypotheken worden momenteel afgesloten zonder Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Dat blijkt uit een marktanalyse van Hypotheekshop. De meeste aanbieders richten zich op dit moment op het niet-NHG-segment.

 

Minder dan 40% nieuwe hypotheken gesloten met NHG

Volgens Hypotheekshop heeft in de eerste helft van 2017 een gedeeltelijke verschuiving plaatsgevonden naar een rentevaste periode van 20 jaar. Twee à drie jaar geleden was 10 jaar vast met NHG nog de dominante rentevaste periode, aldus het onderzoek. Dat stelt bovendien dat op dit moment meer dan 60% van de nieuwe hypotheken wordt gesloten zonder NHG.

 

De NHG-grens is sinds 1 januari 2017 vastgesteld op de waarde van de gemiddelde koopsom (€245.000). In 2016 noteerde het Waarborgfonds Eigen Woningen een daling van het aantal NHG-hypotheken. In 2012 werd 86% van de hypotheken binnen de NHG-grens ook met die garantie afgesloten. Vier jaar later was dat percentage gedaald naar 74%.

 

Omgekeerde trend

Volgens Hypotheekshop richten de meeste hypotheekaanbieders zich op het niet-NHG-segment van de markt. De adviseur noemt dat verrassend. “Veel van de nieuwe geldverstrekkers die de afgelopen jaren actief zijn geworden op de Nederlandse hypotheekmarkt vonden immers met name het veilige NHG-segment daarbij aantrekkelijk. Er is op dit ogenblik zelfs een omgekeerde trend zichtbaar waarbij nieuwe partijen als Reaal, VENN en Hypotrust Elan Plus alleen nog hypotheken zonder NHG aanbieden.”

Regeldruk ook bij financieel adviseurs erg hoog: ‘Nieuwe Europese regelgeving vergt irreële vorm van zelfredzaamheid’

attachment-pensioenregeling-272x153

Het Verbond van Verzekeraars benadrukte afgelopen woensdag dat verzekeraars momenteel zuchten onder een zware last van regelgeving in relatie tot Solvency II. Ook financieel adviseurs gaan gebukt onder grote druk van nieuwe Europese regelgeving zegt Silvia Jansen van Oostdam en Partners. Het voorbereiden op de hoeveelheid Europese regelgeving wordt een hels karwei zegt Janssen die is gespecialiseerd in compliance. “Al die regels en de onduidelijkheid daarover vergt een irreële vorm van zelfredzaamheid van de financieel adviseurs. Dat is eigenlijk echt een vak apart.” Janssen pleit voor een kenniscentrum waar professionals met hun vragen rondom Europese regelgeving terecht kunnen.

 

 

Behalve de nieuwe regels voor de adviseurs die zich bezighouden met beleggingsadvies (MiFID II), is er ook regelgeving op komst die van toepassing is op verzekeraars, intermediairs, direct writers en vergelijkingssites (IDD). Daarbij komt ook nog de PRIPPS voor adviezen met een beleggingscomponent en regelgeving rond privacy die voor alle sectoren geldt. Al deze nieuwe regelgevingen gaan in de eerste maanden van volgend jaar in.

Veel tijd in beslag

IDD wordt per februari 2018 de opvolger van de richtlijn Verzekeringsbemiddeling 2002 (IMD). De huidige richtlijn richt zich alleen nog op verzekeraars en tussenpersonen. De nieuwe IDD gaat ook gelden voor direct writers en bedrijven die verzekeringen als bijproduct verkopen (bijvoorbeeld een reis- of autoverzekering). Nieuw is onder andere de introductie van een wensen- en behoeftetest, een gestandaardiseerd informatiedocument voor verzekeringsproducten (Insurance Product Information Document, IPID) en regels rondom koppelverkoop. Ook worden de regels voor grensoverschrijdende dienstverlening verduidelijkt. Toezichthouder AFM heeft onlangs een webpagina aangemaakt met veelgestelde vragen over IDD.

Financieel consultancybureau Voogt Pijl & Partners schreef een whitepaper over deze regelgeving. Volgens het consultancybureau stelt IDD “nieuwe eisen aan de actuele kennis van adviseurs en aan het maatwerk van het verzekeringsproduct van de consument”. De Europese richtlijn is veelomvattend, schrijft het kantoor in zijn whitepaper. Met name kennis verzamelen voor het IPID-document en de evaluatie van het productontwikkelingsproces en de huidige productenportfolio zal veel tijd in beslag nemen, verwachten de consultants. Ook zullen ICT-systemen op de nieuwe distributierichtlijn moeten worden voorbereid.

Voorbereiding op MiFID II

DSI en de Autoriteit Financiële Markten zijn momenteel in gesprek over de samenwerking in het kader van de nieuwe vakbekwaamheidseisen voor beleggingsprofessionals (MiFID II) die klanten adviseren of informeren over financiële instrumenten. Deze afspraken worden opgenomen in een nieuw convenant tussen AFM en DSI dat meest waarschijnlijk deze maand zal worden ondertekend. De prognose is dat eind december de toetsingscriteria duidelijk zullen zijn. Onduidelijk is ook of de diploma-eisen van de financieel adviseurs worden aangescherpt die nu nog onder een verlicht regime (zogenaamd nationaal regime) vallen. De MiFID II gaat begin januari 2018 in. Hoe bereid je je voor op nieuwe regelgeving waarbij veel nog onduidelijk is?

Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk

De overheid legt de verantwoordelijkheid voor de toepassing van nieuwe Europese regelgeving bij de bedrijven zelf, maar hoe pak je dat aan? Opleider Dukers & Baelemans waarschuwde begin dat de Europese richtlijn MiFID II belangrijke gevolgen heeft voor de vakbekwaamheid van medewerkers die zich bezighouden met beleggingsadvies en kwam met een folder vol adviezen.

Volgens Dukers & Baelemans zijn ondernemingen echter te laat als ze wachten op de uitkomsten van de gesprekken tussen AFM en DSI. “Hoe kun je die verantwoordelijkheid nemen als de overheid en instanties de regels nog niet concreet hebben uitgewerkt. Er geldt ook nog zoiets als het kenbaarheidsvereiste: je moet weten waar je aan moet voldoen voordat je daarop aangesproken wordt”, zegt Janssen.

Niet fair

Janssen vindt het niveau van zelfredzaamheid dat van de financiële professional wordt verwacht niet reëel. “De hoeveelheid teksten die je moet doorspitten is enorm. De regels zijn toegespitst op de Europese markt maar passen soms helemaal niet bij de situatie in Nederland. Dat maakt het lastig om het allemaal te doorgronden. Veel regels zijn over het algemeen niet meteen duidelijk en zwart/wit. Van bedrijven wordt verwacht dat ze het zelf toepassen. De toezichthouder kan vervolgens na verloop van tijd ingrijpen met eigen inzichten. Het voelt niet fair en motiveert ook niet om zelf aan de slag te gaan met open normen,” aldus Janssen.

Wat kunnen adviseurs alvast doen?

Wat kunnen adviseurs alvast wel doen volgens Janssen? “Kijk naar de richting van de Europese regels, wat is het doel erachter en wat betekent het voor de klant. Dat maakt compliance veel zinvoller en relevanter dan alleen maar regels afvinken omdat het nu eenmaal moet. Productgovernance bijvoorbeeld, daar komen aanvullende regels voor. Zonder dat je exact weet welke regels dat zijn, kun je wel alvast nadenken over je doelgroep en de selectie van de producten. Welke producten neem je op in het assortiment, met welke criteria? Motiveer waarom ze passen bij je klanten. Zet dat op papier voor de klant. Dan is de kans groot dat je al voor 80% voldoet aan deze nieuwe regels.”

Coulance

Janssen verwacht dat de overheid coulance zal betrachten als blijkt dat de impact van de regelgeving heel groot is. “Je moet wel altijd aan het doel voldoen maar voor de exacte uitwerking moet je ook in redelijkheid in staat worden gesteld om er aan te voldoen. Dat geldt ook voor een kantoor met 5 Fte dat geen eigen compliance-officer in dienst heeft. Aanpassingen in het dienstverleningsdocument zijn betrekkelijk eenvoudig, maar voor bijvoorbeeld aanvullende diploma’s is een overgangstermijn van minimaal een jaar noodzakelijk.”

 

‘Verplicht pensioen voor zzp’er, tenzij die voldoende spaart’

Klijnsma staats secretaris

Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil een verplichte pensioenvoorziening zzp’ers, met een opt-out. Dat zegt ze in een interview met Het Financieele Dagblad. Wat haar betreft hoeven zelfstandigen die aantoonbaar voldoende sparen voor hun pensioen niet mee te doen.

Klijnsma: ‘Verplicht pensioen voor zzp’er, tenzij die voldoende spaart’
Klijnsma kijkt in het FD terug op haar kabinetsperiode. Ze zegt dat ze graag een volwaardige pensioenvoorziening voor iedereen, inclusief zzp’ers, van de grond had willen krijgen. Ze erkent dat zzp’ers “die uit volle overtuiging een eigen bedrijf hebben en een vermogen houden” niet zitten te wachten op een verplicht pensioen. Daarom ziet ze wel wat in een opt-out voor ondernemers die aantoonbaar voldoende sparen voor hun pensioen. De rest moet verplicht meedoen. “Wie door de crisis tegen wil en dank zzp’er is geworden, die is in de aap gelogeerd. Die kan zich niet permitteren om pensioen op te bouwen naast de AOW en moet straks op ons als gemeenschap leunen”, zegt Klijnsma tegen de krant.

Voortouw uit handen
In het interview maant de staatssecretaris ook de sociale partners tot spoed bij het nemen van besluiten over de hervorming van het pensioenstelsel. Met name de achterban van de vakbonden moet knopen doorhakken. Ze worstelen met solidariteit en de verplichtstelling, weet Klijsma. Maar het SER-plan met individuele pensioenpotjes en een collectieve buffer, lijkt haar ook voor de vakbonden acceptabel.

Zijn ze niet snel genoeg, dan geven de sociale partners het voortouw uit handen, waarschuwt ze. “Als je het moment van totstandkoming van het regeerakkoord laat verglijden, is dat wel heel erg jammer. Als je nu als sociale partners je ultieme ideeën over de vernieuwing van het stelsel op tafel legt, is dat voor de vier onderhandelende partijen aan de informatietafel moeilijk om terzijde te schuiven. Doe je dat niet, dan moeten werkgevers en werknemers straks achteruit onderhandelen ten opzichte wat er in het regeerakkoord staat”, aldus Klijnsma.

Besparen blijft volkssport nummer 1

krediet

De crisis mag dan lang en breed achter ons liggen, 89,3% van de Nederlanders is nog altijd in het dagelijkse leven in meer of mindere mate bezig met besparen. Dit blijkt uit de uitkomsten van het Nationaal Bespaaronderzoek 2017, dat door kredietbemiddelaar en adviseur Geldshop is uitgevoerd. De besparingsdrift bij financiële producten loopt wel wat achter bij andere producten en diensten.

Besparen blijft volkssport nummer 1
Geldshop vroeg 1.156 Nederlanders naar hun spaargedrag. Mensen die besparen, doen dit vooral op producten- en diensten rondom vrije tijd en lifestyle. Zo is kleding de populairste bespaarpost. 76,1% van de bespaarders geeft aan te besparen op kleding. Naast kleding probeert men voornamelijk te besparen op kosten van abonnementen (75,8%), uit eten (71,5%), vakanties (70,3%) en pretparken (68,6%).

Financiële producten
Besparen op financiële producten en diensten is minder populair. Op de overlijdensrisicoverzekering (16,1%) wordt relatief weinig bespaard. Dit geldt ook voor de kosten van een hypotheek (oversluiten, rentemiddeling en vergelijken).

Vrouwen fanatieker
Vrouwen proberen vooral op producten en diensten rondom lifestyle en vrije tijd te besparen. Ook op etentjes en abonnementen proberen vrouwen, die bezig zijn met besparen, meer te besparen dan mannen. Mannen besparen aan de andere kant juist meer op financiële producten en diensten, zoals de hypotheek en verzekeringen.

(https://www.geldshop.nl/duidelijk-over-lenen/actueel/nationaal-bespaaronderzoek-2017).