NBG roept Den Haag op tot behoud renteaftrek bij restschuldfinanciering

verhuizen-272x181

Hypotheekadviesorganisatie NBG roept de formerende partijen op om de fiscaliteit bij restschuldfinancieringen ook na 31 december van dit jaar in stand te houden. Op die datum vervalt de renteaftrek voor de financiering van een restschuld. Veel huizenbezitters maken gebruik van die maatregel om ondanks een restschuld te kunnen verhuizen.

NBG roept Den Haag op tot behoud renteaftrek bij restschuldfinanciering
Volgens NBG (dat zich vaker roert in discussies over hypotheken) is het stopzetten van de maatregel een strop voor huizenbezitters met een restschuld. “Niet alleen stijgt voor hen de netto maandlast bij restschuldfinanciering, ook daalt de leencapaciteit fors. Daarnaast dreigt hierdoor een nieuwe dip in de doorstroming op de huizenmarkt.”

Gewone lening
In Nederland hebben, zo stelt NBG, 700.000 huishoudens een hypotheek die hoger is dan de woningwaarde. Als de renteaftrek voor de financiering van een restschuld vervalt stijgen de kosten voor de huizenbezitter. Daarnaast zullen banken, zo zegt de organisatie te verwachten, een restschuldfinanciering gaan behandelen als een gewone ‘consumptieve’ lening. “De impact op de leencapaciteit is dan groter, waardoor volgend jaar minder geleend kan worden.”

NBG laat de gevolgen zien aan de hand van een rekenvoorbeeld:

De restschuldfinanciering bedraagt € 25.000 bij een inkomen van € 52.000
Met het vervallen van de renteaftrek stijgt de netto maandlast met € 61.
Door de restschuldfinanciering te behandelen als consumptieve lening, gaat de leencapaciteit van € 197.500 naar € 112.500, een daling van € 85.000.
Verhuizen wordt onmogelijk
Daar komt volgens NBG nog bij dat volgend jaar de maximale hypotheek op basis van de woningwaarde daalt van 101% naar 100%. “Hierdoor moeten alle financieringskosten al door de koper betaald worden. Bij een koopsom van € 250.000 is dit al snel € 10.000 aan overdrachtsbelasting, taxatie, notaris en hypotheekadvies. De stap om te verhuizen met een restschuld wordt hierdoor groter, zo niet onmogelijk.”

Het vervallen van deze fiscaliteit komt in de optiek van NBG juist op het moment dat de hypotheekrente laag is en de huizenprijs stijgt. “Huizenbezitters met een restschuld krijgen hierdoor net wat meer lucht. Nu al beslaat het aandeel doorstromers de helft van huizenmarkt en zijn ze een belangrijke steunpilaar onder de huidige groei. Dit is ook de groep die kan zorgen voor de hoognodige woningen voor starters.”

Permanente wetgeving
De huidige duur van de aftrek is vijftien jaar en geldt voor restschulden die zijn ontstaan tussen 29 oktober 2012 en 31 december 2017. NBG verwijst naar eerdere crisismaatregelen die permanente wetgeving werden. “Dit is eerder gedaan bij de verlaging van de overdrachtsbelasting en de fiscaliteit rondom het bezit van 2 woningen.”

Plasterk bezorgd over kopen zonder voorbehoud

attachment-Plasterk

Minister Plasterk (Wonen) deelt de zorgen van het Financieel Stabiliteitscomité over de toename van het aantal woningaankopen zonder financieringsvoorbehoud of bouwtechnische keuring. Hij schrijft dit in antwoord op Kamervragen over deze kwestie. Plasterk stelt het zeer onwenselijk te vinden als kopers onder druk hun krabbel zetten en kondigt een onderzoek en mogelijke vervolgstappen aan.

Plasterk bezorgd over kopen zonder voorbehoud
In de Kamerbrief, die hij mede namens collega-minister Dijsselbloem (Financiën) aan de Kamer stuurt stelt Plasterk op de hoogte te zijn van de signalen dat dat consumenten vaker afzien van een financieringsvoorbehoud of een bouwkundige keuring om op populaire locaties meer kans te maken op een woning. Doorgaans vindt de minister het verstandig om deze ontbindende voorbehouden in de koopovereenkomst op te nemen zolang de consument niet zeker weet of hij de woning kan financieren en niet zeker weet of de woning bouwkundig in orde is.

Wettelijke bedenktijd
“Er zijn ook situaties denkbaar waarin het niet opnemen van een financieringsvoorbehoud in de koopovereenkomst niet tot risico’s hoeft te leiden”, zo stelt Plasterk. “Zo kan een koper bijvoorbeeld een woning financieren met eigen geld, de mogelijkheid hebben om een familielening aan te gaan of een schenking krijgen voor de aankoop van een woning. Ook heeft de koper na het sluiten van de voorlopige koopovereenkomst drie dagen wettelijke bedenktijd, waarbinnen zonder opgaaf van reden van de koop kan worden afgezien, ook als er geen enkel voorbehoud is gemaakt. Het hangt dus van de individuele omstandigheden van de koper en de kwaliteit van de woning af, in hoeverre de consument een risico loopt bij een aankoop van een woning zonder voorbehoud van financiering of bouwkundige keuring.”

12% landelijk zonder voorbehoud
Plasterk stelt geen exacte cijfers te hebben over het aantal huizenkopers dat een huis aankoopt zonder voorbehoud van financiering of bouwkundige keuring. Wel verwijst hij naar een recente enquête onder NVM-makelaars waaruit blijkt dat in de tweede helft van 2016 op landelijk niveau 12% van de woningen in portefeuille verkocht is zonder financieringsvoorbehoud en 57% zonder voorbehoud van bouwtechnische keuring. Daarbij zijn er wel grote regionale verschillen te bestaan; in de regio Amsterdam wordt 45% van de woningen volgens NVM-makelaars verkocht zonder financieringsvoorbehoud. Ook komt uit de enquête het beeld naar voren dat het aantal aankopen waarbij geen ontbindende voorwaarden is opgenomen toeneemt.

Onder druk gezet
Plasterk onderstreept de mening van het Financieel Stabiliteitscomité dat de aankoop van een huis zonder financieringsvoorbehoud of een bouwkundige keuring kan bijdragen aan oververhitting op de huizenmarkt al draait hij redenatie om: “Oververhitting op de huizenmarkt zou kunnen leiden tot het afzien van een financieringsvoorbehoud bij de aankoop van een woning. Ik deel deze zorg van het FSC. In sommige regio’s stijgen de woningprijzen snel en staan woningen kort te koop. Hierdoor kunnen consumenten zich onder druk gezet voelen om zeer snel te beslissen en het financieringsvoorbehoud of de bouwkundige keuring achterwege te laten om in aanmerking te komen voor een woning.”

Contractvrijheid koper-verkoper
De minister wijst erop dat hij de brancheorganisaties NVM en VBO erop heeft gewezen een groot belang te hechten aan het voorlichten van consumenten over de risico’s bij het bieden zonder voorbehouden. “Dit betekent mijns inziens dat makelaars negatief zouden moeten adviseren ten aanzien van het afzien van dergelijke voorbehouden als dit tot risico’s voor de consument leidt.” Plasterk stelt evenwel dat het niet voor de hand ligt om de mate van contractvrijheid tussen kopers en verkopers in te perken via afspraken met brancheverenigingen. “Ik constateer echter dat er signalen zijn dat het aantal transacties zonder financieringsvoorbehoud of bouwtechnische keuring toeneemt. Dit kan betekenen dat de risico’s voor consumenten toenemen. (…) Het kabinet gaat daarom onderzoek verrichten naar de omvang van deze problematiek en zal aan de hand van de uitkomsten vervolgstappen overwegen.”

Dubbele moraal AFM met betrekking tot financieel advies?

Esther-Waal-272x155Esther de Waal

Er zit iets kroms in de recente oproep van de AFM aan huiseigenaren om met hun financieel adviseurs te praten over hun aflossingsvrije hypotheek, terwijl aan de andere kant online execution-only hypotheekadviseurs geen strobreed in de weg wordt gelegd om juist die financieel adviseur buitenspel te zetten. Hetzelfde gebeurt in de beleggingswereld. Online vermogensbeheeroplossingen mogen als paddenstoelen uit de grond schieten, terwijl anderzijds steeds meer wetgeving erop gericht is om zoveel mogelijk een klant te kennen voor vermogensbeheer kan starten. Hoe valt dit te rijmen?

Dubbele moraal AFM met betrekking tot financieel advies?
Fintech is hot & happening. Ook op beleggingsgebied. Online beleggingsrobo’s betreden de markt met namen als Pritle, Semmie, Doelbeleggen en Surence. En ook conventionele financiële aanbieders storten zich op online vermogensbeheer, zoals ING met Beleggen met Beheer en Van Lanschot met Evi. Een klant vult online wat vragen in en het beheer wordt automatisch geregeld.

Groot inlevingsvermogen vereist
Het flitskarakter van de digitale vragenlijst staat in schril contrast met de uitvoerige intake die klassieke vermogensbeheerders afnemen van hun klanten. Die fysieke vragenlijsten zijn in 2015 al eens grondig onderzocht door de AFM waarbij flink wat tekortkomingen werden geconstateerd. Vooral op het thema risicobereidheid schoot de inventarisatie van de klant tekort.

De AFM gaf aan het belangrijk te vinden dat de vermogensbeheerder de klant uitdaagt om na te denken of hij de korte- en langetermijnrisico’s van de voorgestelde beleggingsportefeuille wil accepteren. Nu zijn scenario’s daarvoor een handig visueel hulpmiddel, maar de vraag is of een klant door online sec de visualisatie te zien ook de gevolgen voor hem persoonlijk kan interpreteren. Alles draait om duiding.

Uitgebreidere ken-uw-klant-eisen
Met de komst van MIFID II moet een vermogensbeheerder alleen maar meer weten van een klant. Dit lijkt haaks te staan op het gemaksgeoriënteerde karakter van de online inventarisatie, waarbij je in veel gevallen kunt afvragen of ze in hun huidige versies überhaupt voldoen aan de in de wet gestelde eisen voor ‘ken-uw-klant’.

Hoewel ik de komst van online adviseurs van harte toejuich, plaats ik wel kanttekeningen bij het gebruik door de gemiddelde consument. Die is immers veelal gericht op de korte termijn en gemak. Precies waar de AFM voor waarschuwt.

Oproep AFM te beperkt
De kwaliteit van robo-advies kan prima zijn, maar de vraag is of de klant de gestelde vragen juist interpreteert. Precies daar kan een onafhankelijk adviseur zijn toegevoegde waarde tonen. Die kijkt naar de totale vermogensopbouw van zijn klant en begeleidt zijn klant daarin. Beleggen of aflossen kunnen daarbij relevante keuzes zijn.

Daarom vind ik de oproep van de AFM om over de hypotheek in gesprek te gaan met de financieel adviseur ook om een andere reden krom. Aandacht voor de hypotheek is goed, maar niet als aanleiding. De hypotheek is maar één onderdeel van het totale financiële plaatje van een consument. Consumenten zouden moeten worden gemotiveerd om juist daarover in gesprek te gaan met een financieel adviseur. Oók met het oog op de groeiende online beleggingsdienstverlening.

 

Kifid: barbecue is geen meubelstuk

bbq- hamburgers

Een consument bij wie twee prijzige barbecues uit de tuin werden gestolen, kan fluiten naar een schadevergoeding door Aegon. De verzekerde meende dat de barbecues onder zijn inboedelverzekering vielen. Volgens Kifid zijn de roosterapparaten echter niet te kwalificeren als meubilair.

Kifid: barbecue is geen meubelstuk
Op 23 februari 2016 ontdekte de gedupeerde consument ’s ochtends dat zijn twee Big Egg barbecues met accessoires uit zijn tuin waren gestolen. Hij claimt de schade € 2.956 op zijn inboedelverzekering bij Aegon omdat de polisvoorwaarden daarvan zich ook uitstrekken tot diefstal van tuinmeubelen in de tuin of op het balkon.

Aegon weigert echter over de brug te komen en stelt goed en wel dat een barbecue geen tuinmeubel is. Bovendien had de verzekerde volgens Aegon kunnen weten dat barbecues geliefde objecten zijn bij dieven en had hij de buitengrills zelf beter moeten opruimen.

Ingebouwd in tuintafel
Volgens de consument moet een barbecue echter ook onder het begrip tuinmeubel te worden geschaard op grond van de contra proferentem regel. De verzekerde wijst er op dat beide barbecues 75 kg zwaar waren en dat één exemplaar zelfs was ingebouwd in een tuintafel. Daarnaast zou de schutting ervoor hebben gezorgd dat de barbecues volledig uit het zicht stonden.

Kifid gaat in haar uitspraak mee in de lezing van Aegon en beroept zich daarbij onder meer op de definitie van het woord ‘tuinmeubel’ in de Van Dale:

meu·bel (het; o; meervoud: meubelen, meubels) 1 stuk huisraad: tafel, stoel, kast enz.: (België) de meubelen redden op het laatste moment nog in orde krijgen.

Dagelijks spraakgebruik
“De Commissie is van oordeel dat uit de definities in de Van Dale volgt dat een barbecue niet onder het begrip “meubel” valt. Een meubel heeft immers als doel om een interieur aan te kleden terwijl een barbecue een gebruiksvoorwerp is waarmee voedingsproducten worden bereid door deze te roosteren. Nu “meubel” in het dagelijks spraakgebruik niet tevens “barbecue” betekent, is de Commissie van oordeel dat de lezing van Consument geen redelijke lezing is zodat zij niet aan de vraag toekomt of de verzekeringsvoorwaarde in het voordeel van Consument moeten worden uitgelegd. Derhalve is er geen sprake van een gedekt evenement.”

Hypotheekrenteaftrek na splitsing. BelastingTelefoon weet het ook niet zeker

Vraagteken

Bij de WOZ-opgave door een gemeente is de waarde gesplitst tussen het woonhuis en de garage, die een ander adres heeft. Mag de eigenaar nog wel alle hypotheekrente aftrekken? In net iets meer dan de helft van de telefoontjes door consumenten wist een medewerker van de Belasting Telefoon hier een correct antwoord op te formuleren, zo blijkt uit onderzoek van de Consumentenbond.

Hypotheekrenteaftrek na splitsing. BelastingTelefoon weet het ook niet zeker
‘De BelastingTelefoon weet het zelf niet’ zo kopt de Geldgids van de Consumentenbond. De bond liet tien mysteryshoppers in vijftig telefoontjes vijf verschillende vragen stellen aan de BelastingTelefoon, over de aftrekbaarheid van kosten voor medicijnen, over de afschrijving op de auto bij zorgkosten, over de kosten voor het bouwkundig rapport, over de hypotheekrenteaftrek na splitsing en kosten van een advocaat bij scheiding.

Slechte score bij zorg
De BelastingTelefoon scoort een 5,3 met haar antwoorden. Maar in net iets meer dan de helft van de belletjes wordt een antwoord gegeven waar de beller wat aan heeft. Met name bij de zorggerelateerde onderwerpen scoort de hulplijn van de fiscus slecht. Bij de vraag over aftrekbaarheid van medicijnen wordt 8 van de 10 keer het foute antwoord gegeven, bij de vraag over de afschrijving op de auto als zorgkosten geldt dit in 7 van de 10 gevallen.

Het beste scoort de BelastingTelefoon nog op de vraag over de kosten voor het bouwkundig rapport. In 9 van de 10 gevallen weet de medewerker zelf dat deze kosten aftrekbaar zijn als het rapport verplicht is bij de aanvraag van NHG. Bij de vraag over de hypotheekrenteaftrek bij splitsing scoort de dienst een stuk minder. Slechts in 4 gevallen weet de medewerker het antwoord, in drie gevallen krijgt de beller het verkeerde antwoord, in twee gevallen een onvolledig antwoord en in een geval wordt de beller doorverwezen.

Juiste antwoord
De consumentenbond verklapt ook nog het juiste antwoord op de vraag over de hypotheekrenteaftrek bij splitsing. “Ja, op voorwaarde dat de garage bij de eigen woning hoort. De garage van de beller staat op zijn erf, heel dicht bij zijn woning. De garage hoort daarom tot de eigen woning. De volledige hypotheekrente is aftrekbaar, mits ook aan de andere eisen wordt voldaan.”

Reacties boeterente: banken gaan herberekenen, Eigen Huis wil meer compensatie, Radar duikt in de zaak

Radar

Banken zouden de nieuwe leidraad van de AFM voor de berekening van de boeterente met grote coulance moeten toepassen en klanten moeten compenseren over een periode tot minimaal vijf jaar terug. Dat zegt Vereniging Eigen Huis in een reactie op het AFM-besluit dat over een compensatieperiode spreekt vanaf 14 juli 2016. Banken laten maandagochtend weten de boeterente te gaan herberekenen. Vanavond buigt ook Radar zich over de boeterentekwestie.

Reacties boeterente: banken gaan herberekenen, Eigen Huis wil meer compensatie, Radar duikt in de zaak
Vereniging Eigen Huis noemt het in een reactie op de nieuwe AFM-leidraad “meer regel dan uitzondering” dat geldverstrekkers de boeterente in hun eigen voordeel hebben afgerond. Voor 14 juli 2016 golden geen wettelijke regels voor de hoogte van de boeterente, weet ook Eigen Huis. De vereniging doet daarom een “moreel appel” op banken. “Zij zouden met terugwerkende kracht van minimaal vijf jaar een herberekening van de boeterente moeten maken voor alle klanten die hun hypotheek hebben overgesloten, of die daarop extra hebben afgelost. Daarmee geven zij inhoud aan de collectieve belofte om de klant centraal te stellen zoals dat is neergelegd in de Code Banken.”

Volgens Vereniging Eigen Huis dienden 150.000 huiseigenaren in de periode 2012-2016 een aanvraag in om hun hypotheek over te sluiten. In 2012 bedroeg de gemiddelde boete €2.650. Door de daling van de rente is die in 2016 opgelopen tot ruim €10.500, aldus de belangenorganisatie voor huiseigenaren. De vereniging denkt dat veel overstappers een deel van de boete terugkrijgen: dat kan een paar euro zijn, maar het kan oplopen tot enkele duizenden euro’s.

Banken: klanten krijgen automatisch bericht
Rabobank denkt dat het gemiddeld om €200 per klant gaat. “Sommigen zullen maar een paar tientjes terug krijgen, anderen misschien wel 500 euro”, zegt manager hypotheken Theo Harms maandagochtend in de Volkskrant. Klanten van de bank hoeven volgens Harms niets te doen, ze krijgen automatisch bericht over terugbetaling van te veel betaalde boeterente.

Dat geldt ook voor mensen die een hypotheek hebben afgesloten bij ING en ABN Amro. Deze banken laten weten dat ze hun klanten inlichten als ze te veel hebben betaald. ING verwacht de herberekeningen van aflossingsvrije hypotheken halverwege 2017 uit te voeren. Voor annuïtaire, lineaire en bankspaarhypotheken volgen de herberekeningen later in 2017.

Overigens houden de banken er ook rekening mee dat consumenten volgens de nieuwe regels te weinig oversluitvergoeding hebben betaald. “Maar in dat geval rekenen we niets extra’s”, zegt Eric Janssen, directeur hypotheken van ABN, in de Volkskrant. Zijn bank en de Rabobank denken allebei dat de kosten voor terugbetaling van te veel betaalde rente rond de €5 miljoen liggen.

Radar: hoe wordt de hoogte van boete vastgesteld
Ook Radar duikt vanavond in de boeterentekwestie. Het tv-programma wil weten hoe banken de hoogte van de boete vaststellen. “Staat de klant wel centraal in deze berekening of rekent de bank in eigen voordeel? Zijn de boetes op dat overstappen misschien te hoog?”, vraagt Radar zich in de uitzending van vanavond af.

ABN Amro: ‘Verdere hervorming woningmarkt nodig’ (12 maart 2017)

attachment-huis-hypotheek-272x193

Aanscherping van bestaande maatregelen en nieuwe hervormingen zijn tijdens de volgende kabinetsperiode nodig om de woningmarkt verder te versterken. Dat stelt het Economisch Bureau van ABN Amro. De bank pleit onder meer voor meer mogelijkheden om pensioengeld in te zetten voor de aflossing van de hypotheek.

ABN Amro: ‘Verdere hervorming woningmarkt nodig’
Om de knelpunten op de woningmarkt aan te pakken pleit de bank, grotendeels nog altijd in overheidshanden, in een studie voor aanvullend beleid. De economen denken onder andere aan maatregelen om nieuwbouw te stimuleren. Zo stellen ze voor de Ladder voor Duurzame Verstedelijking te versoepelen, waardoor de nadruk minder sterk op binnenstedelijk bouwen en meer op bouwen aan de stadsranden komt te liggen.

Meer regionale vrijheid
Een andere maatregel die volgens ABN Amro veel effect sorteert, is het geven van vrijheid aan regionale overheden om eigen woningmarktbeleid vorm te geven. Philip Bokeloh, econoom bij de bank: “Om slimmer in te kunnen spelen op regionale verschillen hebben lokale overheden meer bewegingsvrijheid nodig. Zo is de vrije huurgrens vaak te hoog voor krimpregio’s, waardoor de prikkel ontbreekt om te investeren in het middensegment. Als deze grens regionaal vastgelegd kan worden, is het beter mogelijk om op lokale behoeften in te spelen.” Ook bepleit de bank een herverdeling van de bestaande huurwoningvoorraad voor. Dit moet leiden tot meer woningen in het middensegment.

Pensioengeld voor hypotheekaflossing
De bank onderkent de zorgen die internationaal bestaan over de Nederlandse hypotheekomvang en de roep deze te verkleinen. Dat kan volgens het Economisch Bureau bijvoorbeeld met ruimere mogelijkheden om pensioengeld in te zetten voor hypotheekaflossing. Bokeloh: “Als het gaat om reeds opgebouwd pensioenvermogen, dan stuit dit waarschijnlijk op bezwaren van pensioenfondsen. Meer kansen zien we bij de pensioenpremies. Zo zou het effect van een verdere verlaging van de aftoppingsgrens bij pensioenopbouw nader onderzocht moeten worden. Als de hogere inkomensgroepen meer financiële armslag krijgen, dan gebruiken ze die middelen mogelijk voor de aflossing van hun hypotheek.”

Pleidooi voor bouwsparen
Eerder deze week kwam de Volksbank, nog volledig in overheidshanden, met een pleidooi voor invoering van bouwsparen. Voortijdig een substantieel deel sparen voor een toekomstige eigen woning moet er toe leiden starters minder hypotheek nodig hebben.

Volksbank: Meer sparen en minder lenen voor eigen huis (7 maart 2017)

volksbank

Consumenten moeten meer sparen en minder gaan lenen voor een eigen woning. Staatsbank de Volksbank pleit daarom alvast richting het toekomstige nieuwe kabinet en parlement voor de introductie van een vorm van ‘bouwsparen’. Het moet de betaalbaarheid en doorstroming op de woningmarkt bevorderen. Het pleidooi lijkt bij de staat als aandeelhouder alvast in goede aarde te vallen.

Volksbank: Meer sparen en minder lenen voor eigen huis
Starters voorzien steeds vaker problemen bij het verkrijgen van een hypotheek, zo blijkt uit onderzoek dat de Volksbank liet uitvoeren door GfK. Van de ondervraagde starters heeft 70% twijfels of het wel gaat lukken en 30% verwacht zelfs helemaal geen hypotheek te kunnen krijgen. Een andere conclusie uit het onderzoek is dat 62% van de huurders liever een woning zou kopen. Van de starters op de woningmarkt is dit zelfs meer dan 90%.

Dalende LTV bottleneck
De inbreng van eigen geld, noodzakelijk door de dalende Loan to Value (LTV) ratio, is daarbij een bottleneck. Hoewel zeven op de tien Nederlanders bij voorkeur zoveel mogelijk eigen geld inbrengt, spaart slechts 11% voor de aankoop van een woning. Wel geeft de helft van de Nederlanders aan liever de pensioenpremie in de eigen woning te stoppen dan in de pensioenpot.

Betere balans tussen sparen en lenen
Voor de Volksbank zijn de uitkomsten een reden om opnieuw te pleiten voor een betere balans tussen sparen en lenen voor de eigen woning. “Sparen voor een eigen woning (inclusief verbouwing, verbetering, verduurzaming en versnelde schuldaflossing) moet een belangrijk spaarmotief worden, net als in andere Europese landen. Een vorm van Bouwsparen is hiervoor het meest geëigende concept.” Het zorgt er volgens directievoorzitter Maurice Oostendorp voor dat “sparen en lenen voor een eigen woning beter in balans zijn” en draag op die manier bij aan “de financiële zelfredzaamheid van de consument.”

Besloten gemeenschap van spaarders en leners
Bouwsparen, van oudsher onder meer toegepast in Duitsland, gebeurt in een gesloten gemeenschap van spaarders en leners; de Bouwspaarkas. Deze omgeving heeft slechts het financieren van woningbezit tot doel.

DNB en Dijsselboem
De Volksbank staat niet alleen in haar pleidooi voor minder lenen en meer sparen voor een eigen huis. De Nederlandsche Bank bepleit al een paar jaar een verder dalende LTV en ook minister Dijsselbloem hield vorige week een zelfde pleidooi tijdens een bijeenkomst bij Rabobank.

Schade door storm beneden de 10 miljoen euro (25 februari 2017)

Gekantelde-vrachtwagen-A16-272x153

De schade door de storm van gisteren blijft beneden de 10 miljoen euro. Dit meldt het Verbond van Verzekeraars op basis van eerste ramingen.

Schade door storm beneden de 10 miljoen euro
Door heel het land waren meldingen van onder meer omgevallen bomen en omgewaaide verkeersborden. Het zwaartepunt van de storm lag in de kustprovincies. Alleen al in het Rijnmondgebied waren volgens RTV Rijnmond ruim 200 schademeldingen.

Omgewaaide vrachtwagens
Bij de schadegevallen sprongen met name de twee twee vrachtwagens die omwaaiden op de A16 in het oog. Op Schiphol zakte een vliegtuig door een daverende windvlaag bij de landing door het landingsgestel.
Woordvoerder Rudi Buis van het Verbond van Verzekeraars spreekt van een “fikse voorjaarsstorm”. “Tegelijkertijd lijkt de schade die nu is opgetreden niet uitzonderlijk hoog.”

Primeur Stichting Salvage bij stormschade
Tijdens de storm is Stichting Salvage 29 keer uitgerukt om eerste hulp namens de gezamenlijke verzekeraars te bieden. Salvage hield zich voornamelijk bezig met het adviseren van gedupeerden over verzekeringszaken en het organiseren van schadebeperkende maatregelen, zoals het dichten van beschadigde daken. Voor de stichting was de storm de vuurdoop, nadat het mandaat per 1 december 2016 verruimd is. Voordien werd Salvage ingezet bij brand, blikseminslag en explosies. Nu geldt dat ook voor eerste hulp bij storm en waterschade.

Europese verzekeraars tegen verplichte robotpolis (20 februari 2017

attachment-Robots

De Europese verzekeraarskoepel Insurance Europe maakt zich zorgen over een voorgenomen verzekeringsplicht voor robotproducenten. “Gezien de verscheidenheid aan risico’s zou zo’n generieke plicht niet werken.”

Europese verzekeraars tegen verplichte robotpolis
Het Europees Parlement overweegt fabrikanten een verzekeringsplicht op te leggen voor de aansprakelijkheid die het gebruik van robots met zich meebrengt. Een juridisch comité heeft daarover een rapport uitgebracht en tot april voor consultatie aan de markt voorgelegd. “Bepaalde aspecten zijn zorgwekkend. In het bijzonder de oproep om een verplichte verzekering in het leven te roepen die de schade dekt die wordt veroorzaakt door robots.”

Diversiteit aan risico’s
Verplichte verzekering werkt alleen in specifieke gevallen en als aan bepaalde marktvoorwaarden is voldaan, aldus Insurance Europe. “Denk daarbij aan de beschikbaarheid van voldoende claimsgegevens, een hoog standaardisatieniveau en voldoende dekkingscapaciteit. Dat is voor robot-toepassingen niet het geval.” De diverse technologische innovaties die in het rapport worden genoemd, brengen verschillende risico’s met zich mee en roepen weer andere aansprakelijkheidsvragen op. “Daarom zou standaard regelgeving voor al die verschillende technologieën niet werken.”

Hogere premies
Een verzekeringsplicht zou leiden tot minder dynamiek op de markt en hoge premies, vreest de koepel. “Door het ontbreken van gegevens zouden verzekeraars de onzekerheid over toekomstige claims moeten verdisconteren in de premie. Dat zou fabrikanten weer doen terugschrikken voor het in de markt zetten van hun innovatieve producten.”

Een compensatiefonds, dat in het rapport wordt genoemd als aanvulling op de verzekeringsplicht in gevallen waarvoor geen dekking is, biedt evenmin soelaas volgens Insurance Europe. “Dat kan morele problemen geven: producenten kunnen zich minder verantwoordelijk gaan voelen voor ongevallen als zo’n fonds wordt gefinancierd door belastingbetalers of de gezamenlijke industrie. Dat kan leiden tot minder aandacht voor veiligheid.”